Onderzoekers van het van Praag Instituut en het Louis Bolk Instituut hebben een studie gepubliceerd waarin zij het gebruik van complementaire gezondheidszorg gedurende de eerste golf van de Covid-19-pandemie in Nederland in kaart brachten. Onder complementaire gezondheidszorg werden ook consulten bij complementair werkende therapeuten en artsen, zelfzorgmanagement en zelfhulptechnieken geschaard.
Complementaire gezondheidszorg werd onderzocht onder een aselecte representatieve steekproef (n = 1004) van de volwassen Nederlandse bevolking met behulp van een online-enquête, uitgevoerd van 22-27 mei 2020. 68,0% van de deelnemers meldde gebruik te hebben gemaakt van complementaire gezondheidszorg (consulten (13,3%), zelfmanagementstrategieën (59,4%), zelfhulptechnieken (30,0%)). De meest gerapporteerde reden van gebruik van complementaire gezondheidszorg was om het algemeen welzijn te verbeteren (61,6%). Preventie en/of behandeling van Covid-19 werd slechts door 10% gerapporteerd.
De onderzoekers concluderen dat in Nederland specifieke groepen (bijv. vrouwen/hoogopgeleiden) gebruikmaken van complementaire gezondheidszorg, voornamelijk om het algemeen welbevinden te verbeteren. Deze groepen lijken er tijdens de eerste maanden van de pandemie baat bij te hebben gehad. De hoge waargenomen effectiviteit en de lage rapportage van bijwerkingen zouden medische professionals en beleidsmakers moeten aanmoedigen tot meer openheid om complementaire zorg te beschouwen als onderdeel van een integratieve benadering van de volksgezondheid in tijden dat zich levensveranderende gebeurtenissen voordoen.
Bronvermelding:
Mulder, L.T.C., Busch, M., Kristoffersen, A.E. et al. Prevalence and predictive factors of complementary medicine use during the first wave of the COVID-19 pandemic of 2020 in the Netherlands. BMC Complement Med Ther 22, 43 (2022).
