Het beoordelen van een mogelijke interactie tussen geneesmiddelen en voedingssupplementen is een enorme puzzel. Zo is een veelvoud aan geneesmiddelen en geneesmiddelcombinaties (polyfarmacie) mogelijk. En bovendien is er misschien wel een even zo grote diversiteit aan natuurlijke producten. Het aantal te maken combinaties tussen natuurlijke producten en geneesmiddelen is eindeloos. Daarnaast is de productvariatie per kruid of voedingsstof groot. Bijvoorbeeld een variatie van inhoudsstoffen door extractiemethode, oogst en hoe lang het product al verpakt is. En bovenop dit alles, is de respons per individu verschillend.
Toch is het van belang dat gezondheidsprofessionals zich in het eerste contact met de cliënt bewust zijn van potentiële interacties. Dat betekent dat tijdens het eerste consult het gebruik van geneesmiddelen en voedingssupplementen nauwkeurig nagevraagd dient te worden.
Er wordt veel (wetenschappelijk) onderzoek gedaan naar de werking, langetermijneffecten en mogelijke bijwerkingen en interacties van reguliere en complementaire medicijnen/supplementen. Het bijwerkingencentrum Lareb, het RIVM, de brancheorganisatie NPN, het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) publiceren met enige regelmaat nieuwe uitkomsten.
Onlangs heeft ook de European Scientific Cooperative on Phytotherapy (ESCOP) een interactietabel opgesteld voor kruiden en medicatie. De ESCOP-monografie geldt als het belangrijkste referentiewerk over de werking en effectiviteit van een kruid en is ontwikkeld door en voor experts in de fytotherapie. Deze nieuwe tabel is hier te vinden.
Het bericht Nieuwe interactietabel door de ESCOP beschikbaar gesteld verscheen eerst op Vakblad Natuurlijke & Integrale Gezondheidszorg.
